Aller au contenu

Immersion – 3° et 4°

Immersie ? Meer dan een optie !

Si tu as réussi les deux premières années en immersion (‘précoce’ ou ‘tardif’), et que tu es toujours motivé·e par l’apprentissage dans une autre langue que ta langue maternelle, tu peux choisir de continuer l’immersion.

Les cours en néerlandais sont alors les suivants : sciences (3×45’) et histoire (2×45’) en 3e année, et géographie (2×45’) et histoire (2×45’) en 4e année. Les programmes de ces cours sont les mêmes que ceux des élèves qui ne sont pas en immersion ; tu pourrais donc les rejoindre sans problème si tu quittais l’immersion après le 2e degré.

Et tu as bien sûr toujours un cours d’immersion spécifique en néerlandais (4×45’), qui t’aide à améliorer et affiner encore ton néerlandais pour te préparer aux examens externes européens de langues (CNaVT, Certificaat Nederlands als Vreemde Taal , niveau B1). La distinction « précoce »/ »tardif » disparaît partiellement au deuxième degré.

***

Als je met succes de eerste twee jaren in immersie (‘précoce’ of ‘tardif’) hebt voltooid, en nog altijd gemotiveerd bent door het leren in een andere taal dan je moedertaal, kan je ervoor kiezen verder te gaan in immersie in de tweede graad.

De lessen in het Nederlands zullen dan wetenschappen (3×45’) en geschiedenis (2×45’) zijn in het derde jaar en aardrijkskunde (2×45’) en geschiedenis (2×45’) in het vierde jaar. De programma’s van die cursussen zijn dezelfde als die van de andere leerlingen in niet-immersie, zodat je eventueel zonder probleem kan aansluiten moest je stoppen met immersie na de tweede graad.

En je krijgt natuurlijk nog steeds een specifieke immersiecursus Nederlands (4×45’), die je helpt je Nederlands verder te verbeteren en verfijnen om je voor te bereiden op externe Europese taalexamens (Cnavt, niveau B1). Het onderscheid ‘précoce’/’tardif’ valt gedeeltelijk weg in de tweede graad.

 



Journal en néerlandais, pour illustrer l'option immersion à l'ESND